Wensenlijst Akkoord Nieuw-West Afdrukken

 

Aan de politieke partijen in Amsterdam Nieuw-West

 

Amsterdam, maart 2010

 

Betreft Wensenlijst Akkoord Nieuw-West

 

Geachte dames en heren,

ProWest, Erfgoedvereniging Heemschut, Agora Europa-Atelier van Bouwmeesters, het Cuypersgenootschap en de Vereniging Vrienden van de Sloterplas zetten zich al jaren in voor het behoud en hergebruik van de karakteristieke bebouwing in de tuinsteden, behoud van de tuinstadstructuur, het harmonieuze karakter van de woonwijken en het karakter van de Sloterplas en haar oevers. De samenvoeging van de drie stadsdelen en de verkiezingen zien wij als een belangrijke kans om enkele grote vraagstukken op genoemde terreinen op te lossen. Wij hopen daarom dat zowel het nieuwe bestuur als de nieuwe deelraad het belang van het behoud van het erfgoed en het karakter van het gebied zullen zien en met ons willen werken aan het realiseren van bepaalde doelen.

Goede hoop voor het erfgoed geeft het debat op 22 februari jongstleden in 'De Toorop' in Overtoomse Veld. Tijdens dit debat, georganiseerd door het Atelier van Bouwmeesters van Agora Europa, de vereniging ProWest en bewonersorganisatie Eigenwijks, spraken veel partijen hun steun uit voor meer aandacht voor hergebruik van leegstaande gebouwen, behoud van erfgoed en het tuinstedelijke karakter van het gebied.

Mede op basis van dit debat en onze eerdere acties en brieven verzoeken wij het nieuwe bestuur van Nieuw-West zich in de periode 2010-2014 in te zetten voor de onderstaande onderwerpen en deze op te nemen in haar programma-akkoord:

 

1. Stimuleren van hergebruik van leegstaande gebouwen en effectief anticiperen op komende leegstand

De structurele leegstand van woningen, kantoorpanden en bedrijfsruimten in Nieuw-West wordt nog in 2010, met behulp van maatschappelijke organisaties, makelaars en woningcorporaties geïnventariseerd. Het leegstandregister is openbaar en wordt ook na de eerste inventarisatie bijgehouden.

Op basis van de resultaten van deze inventarisatie neemt het stadsdeel als eerste stap, in samenwerking met partijen als woningcorporaties en ontwikkelaars van bedrijfsverzamelgebouwen, een trekkersrol in de herbestemming van een aantal grote objecten. Onafhankelijke deskundigen worden gevraagd een quick scan uit te voeren naar de reële mogelijkheden voor hergebruik. In de quick scan wordt opgenomen een opzet voor de grondexploitatie en de exploitatie van het gebouw op basis van beoogde nieuwe functies of bestemmingen. Deze projecten fungeren als voorbeeld voor volgende projecten. Volgende projecten omvatten in ieder geval alle gebouwen die langer dan 2 jaar leeg staan.

De (overige) gebouwen in het register brengt het stadsdeel actief onder de aandacht van woningcorporaties, projectontwikkelaars en ontwikkelaars van bedrijfsverzamelgebouwen. Hen wordt, of in het geval wanneer een eigenaar niet wil verkopen de eigenaar zelf, verzocht om hergebruikprojecten op te starten. Als dit niet binnen één jaar tot tastbare plannen leidt neemt het stadsdeel zelf het initiatief. **

(**De nieuwe Wet op de Ruimtelijke ordening die 1 januari 2008 van kracht is geworden verplicht de lokale overheid tot het opstellen van een exploitatieplan voor een gebouw en/of gebied dat een functiewijziging ondergaat.(artikel 3 lid 1). In de exploitatieopzet voor zo’n gebouw of gebied kan de overheid eigenaren van gebouwen verplichten mee te werken en mee te betalen aan de kosten die gemoeid zijn met de herinrichting van zo’n gebouw of gebied.

De beoogde functiewijziging en de herinrichting van het omringende gebied zal veelal een waardevermeerdering met zich meebrengen voor het gebouw en de grond waarop dit gebouw staat. Die waardevermeerdering mag de overheid afromen en benutten voor het rond krijgen van de exploitatieopzet voor het gebouw of gebied. Hieruit kunnen ook de onrendabele investeringen voor maatschappelijk gewenste voorzieningen uit betaald worden.)

Wanneer objecten op de korte termijn, bijvoorbeeld vanwege de duur van de planontwikkeling of de economische crisis geen permanente nieuwe bestemming kunnen krijgen onderzoekt het stadsdeel in overleg met de eigenaar of tijdelijk hergebruik mogelijk is. Daarvoor worden de kennis en ervaring van bemiddelaars die actief zijn op dit terrein (Venues and More, Urban Resort e.a.) benut. Ook worden groepen bewoners of andere mogelijke gebruikers gefaciliteerd die plannen voor tijdelijk hergebruik van leegstaande objecten willen ontwikkelen.

Zaak is om bij alle herbestemmingen creatief te werk te gaan en niet dogmatisch vast te houden aan bestaande regels. Telkens weer dient men allereerst te bekijken wat past in het specifieke pand, zeker wanneer het een monument betreft, en de vraag te stellen aan welke functies behoefte is in de betreffende buurt.


2. Uitbreiding van de gemeentelijke monumentenlijst

De afgelopen jaren zijn de eerste monumenten van Nieuw-West in Slotervaart en Geuzenveld-Slotermeer aangewezen of in procedure genomen. Dat is zeer positief. Naast deze panden zijn er echter nog enige tientallen (vermoedelijk een stuk of dertig) andere gebouwen en complexen (o.a. woongebouwen, scholen en kerken) die zeker monumentwaardig, maar om verschillende redenen nog niet aangewezen zijn.

Wij verzoeken het nieuwe bestuur om op de zeer korte termijn een definitieve lijst van aan te wijzen gebouwen te maken en deze vervolgens in procedure te nemen. Dit gebeurt liefst in samenwerking met de ondertekenende monumentenorganisaties, die zelf al een uitgebreide en (vermoedelijk) vrijwel volledige conceptlijst hebben samengesteld. Onze kennis willen wij graag met het stadsdeel delen.

Enige spoed is geboden bij dit onderwerp, door de stadsvernieuwing en ontkerkelijking komen gebouwen zonder monumentenstatus soms immers opeens (zoals gebeurde bij de Pius-X in Slotervaart) in de gevarenzone. Een reddingspoging door erfgoedorganisaties en/of overheden is in dat stadium een lastige en vaak kansloze onderneming.

 

3. Een keuze voor behoud en hergebruik van enkele belangrijke bedreigde gebouwen en complexen en plaatsing van deze op de gemeentelijke monumentenlijst

De Knijtijzerpanden (Jan Evertsenstraat/Jan Voermanstraat e.o.), het Calvijn Junior College (Schipluidenlaan), het Staalmanplein (Staalmanplein e.o.) en het voormalige Cartesiuslyceum (Piet Mondriaanstraat), behoren tot de top van het monumentwaardige erfgoed in Nieuw-West. De Knijtijzerpanden, het Staalmanplein en het Calvijn Junior College zijn volgens onderzoek zelfs van nationaal belang. Helaas bevinden deze complexen zich ook in de gevarenzone en dreigen ze binnen enkele jaren allemaal te verdwijnen.

Sloop van deze complexen is gezien hun waarde volstrekt onacceptabel. Wij verzoeken het nieuwe bestuur daarom om te kiezen voor behoud van deze complexen en ze vervolgens te beschermen. Waar nodig dient het stadsdeel aan te dringen op renovatie en/of herbestemming.

 

4. Spoedige vaststelling van de waardekaarten en op basis van deze kaarten een daadkrachtig beleid

De voor een zorgvuldige stadsvernieuwing zo belangrijke waardekaarten voor de AUP-gebieden, welke inmiddels klaar zijn, dienen zo snel mogelijk vastgesteld te worden. Vervolgens dient het stadsdeel op basis van deze kaarten een helder en daadkrachtig beleid te ontwikkelen.

 

5. Vernieuwing met meer respect voor de tuinstadstructuur

Van groot belang voor een succesvolle en duurzame vernieuwing is behoud van het unieke tuinstedelijke karakter van het gebied. Wij verzoeken het nieuwe bestuur om bij de uitwerking van vastgestelde en nieuw te maken vernieuwingsplannen meer aandacht te besteden aan dit karakter dan men in het verleden heeft gedaan. Dit kan zowel door nieuwe gebouwen, zoals in het Van Eesterenkwartier, te plaatsen op de oorspronkelijke ‘stempels’ als buurten bij de herstructurering te ontwerpen met behulp van de principes van Van Eesteren.

Noodzakelijk is voor een succesvolle poging tot behoud van het tuinstedelijke karakter dat de overheid, d.w.z. het stadsdeel en in latere fase van de planvorming welstand, weer de regie neemt op dit gebied. Eerdere afspraken, die de corporaties veel te veel vrijheid m.b.t. de verkaveling gaven en de rol van stadsdeel en welstand op dit gebied minimaliseerde, dienen dus van tafel te verdwijnen.

 

6. Voldoende behoud in het Van Eesterenkwartier

In december 2009 zijn de vernieuwingsplannen voor het Van Eesterenkwartier vastgesteld. Er is toen gekozen voor de sloop van een groot aantal kenmerkende complexen. Zowel een aantal complete ensembles als enkele losse blokken, die vaak onderdeel zijn van ensembles, gaat tegen de vlakte. Van een aantal andere bijzondere ensembles en losse woonblokken is de toekomst nog onzeker. Wordt alles gesloopt, dus zowel wat nu al besloten is en ook wat nog onzeker is, dan blijft er, mede omdat er van vrijwel ieder ensemble toch iets tegen de vlakte gaat, niets van het museumkwartier over. Dat is niet de manier waarop men met dit belangrijke erfgoed om dient te gaan.

Zaak is dat het nieuwe bestuur, met ondersteuning van de centrale stad, kiest voor het behoud van een grotere groep belangrijke complexen (telkens complete ensembles) om zo het oorspronkelijke karakter van het gebied te bewaren. Tevens moet men afzien van schaalvergroting in het Van Eesterenkwartier.

 

7. Behoud van het karakter van de Sloterplas en haar oevers

De Sloterplas vormt met haar oevers het groen-blauwe hart van de tuinsteden. Dit hart verdient een zorgvuldige behandeling en respectvol gebruikt.

Wij verzoeken het stadsdeel om wel door te gaan met de plannen voor verlevendiging van dit gebied, maar dit vooral te bewerkstelligen door te werken aan kleinschalige en passende initiatieven. Men moet dus nu en in de toekomst afzien van woningbouw, grootschalige horeca of hotels in dit gebied.

Tevens is het van belang om het gebied, mede naar aanleiding van haar plek in de top 100 van wethouder Herrema, in de komende bestuursperiode aan te wijzen tot monument. Dat garandeert een duurzame toekomst van de Sloterplas en haar oevers.

 

8. Minder slopen en investeren in goede renovatie

De periode van grootschalige sloop in de tuinsteden is volgens ons voorbij. Van belang is om de komende jaren bij vernieuwing vaker te kiezen voor (respectvolle en duurzame) renovatie van de bestaande bebouwing i.p.v. sloop. Sloop kan alleen acceptabel zijn wanneer hier zeer dwingende redenen voor zijn.

 

Uiteraard zijn wij bereid om eventuele vragen te beantwoorden en/of mee te denken bij het formuleren van beleid of het oplossen van mogelijke problemen tijdens de uitwerking van dit beleid.

 

Hoogachtend,

 

Ludy Giebels, Cuypersgenootschap, Werkgroep Amsterdam

Norman Vervat, Erfgoedvereniging Heemschut, Commisie Amsterdam

Eisse Kalk, Coördinator campagne Nieuw leven voor Oude Gebouwen en directeur van Agora Europa

Tineke Rombout en Erik Swierstra, ProWest (Vereniging Promotie Westelijke Tuinsteden)

Harriet Haakma Wagenaar, Vereniging Vrienden van de Sloterplas


Laatst aangepast op maandag, 10 mei 2010 16:40