Bezwaarschrift De Ark Afdrukken

 

Stadsdeel Nieuw-West
T.a.v. het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam

Betreft: bezwaar tegen de vergunning voor het verbouwen en het verstoren van het gemeentelijke monument Van Ollefenstraat 9 (OLO 596238)


Hilversum, 4 april 2013


Geachte leden van de bezwaarschriftencommissie,

Bij deze sturen wij u onze aanvullende gronden van bezwaar inzake het verbouwen van een bouwwerk en het verstoren van het gemeentelijk monument De Ark, Van Ollefenstraat 9 (OLO 596238). Op 15 maart 2013 hebben wij pro-forma bezwaar aangetekend tegen de afgegeven vergunning. Per brief van 22 maart (kenmerk 2013/UIT/3718) heeft u ons verzocht om voor 5 april 2013 onze gronden van bezwaar aan te leveren.

Kerkgebouw De Ark is gebouwd in 1959-1960 naar ontwerp van de bekende architect Piet Zanstra. Het voor zijn bouwtijd opvallende Hervormde kerkgebouw is vanwege zijn architectuur- en cultuurhistorische waarde en de nog grote gaafheid van het gebouw aangewezen tot gemeentelijk monument. Voor monumenten is in Amsterdam behoud en herstel het uitgangspunt. In een bouwaanvraag voor monumenten worden naast bouwtechnische en archeologische aspecten van een bouwplan ook de effecten op de monumentale structuur, op de esthetica van een monument en de invloed op het stadsgezicht beoordeeld. Een restauratieve aanpak, waarbij de authenticiteit van het gebouw en ingrepen zo veel als mogelijk een reversibel karakter hebben, zijn volgens de gemeente bij monumenten geboden. De huidige plannen hebben geen restauratief karakter en zijn op diverse punten in strijd met het Programma van Eisen Kwaliteit Monumenten 2009

De nu vergunde plannen gaan duidelijk niet uit van behoud en herstel, maar vormen een aantasting van de waarden van het monument. De waarden die een argument zijn geweest voor de aanwijzing tot monument worden ernstig verstoord. De monumentale waarden van het gebouw zijn in 2008 uitvoerig beschreven door het Bureau Steenhuis stedenbouw/landschap – Urban Fabric. Deze beschrijving is gemaakt in aanloop naar de selectie van een aantal gemeentelijke monumenten door het toenmalige stadsdeel Slotervaart en vormt de grondslag voor de aanwijzing tot monument. Een lezing van het rapport maakt duidelijk dat de gedeeltelijke sloop van de kerk en de toevoeging van een vrij fors nieuwbouwvolume de kerk in haar essentie aantast.

De basis van het gebouw wordt gevormd door een vierkante, alzijdige, plattegrond waarop een bouwvolume van een enkele bouwlaag staat. Hierboven zijn een groot en een kleiner asymmetrische bouwvolume met een organische vorm zichtbaar. Voor de kerk staat de rechthoekige klokkentoren. Zanstra heeft met dit spel van volumes een bijzondere kerk met een levendig silhouet gerealiseerd. Dit spel is, meer dan bijvoorbeeld de detaillering van de gevels, een essentieel kenmerk van het gebouw. Bijzonder aan de kerk is ook dat de verschillende functies van het kerkgebouw bewust afleesbaar zijn gemaakt, zoals de kerkzaal en bidkapel. Rondom de kerkzaal zijn ruimtes waar maatschappelijke voorzieningen zoals de wijkverpleegster waren/zijn gehuisvest. De Ark is hierdoor een bijzonder voorbeeld van het veranderende gebruik van kerkgebouwen in de naoorlogse periode en de hierdoor veranderende kerktypologie. De kerk is gaaf, want sinds de bouw amper gewijzigd en neemt een betekenisvolle plaats in in het oeuvre van de belangrijke architect Zanstra.

Zowel de architectonische en de typologische waarde van het kerkgebouw als de gaafheid worden door de mogelijke sloop van een deel van de kerk en de ruimte die dit biedt voor de nieuwbouw fors aangetast. De alzijdigheid verdwijnt, de maatschappelijke ruimtes die typologisch van betekenis zijn sneuvelen voor een deel, en het bijzonder verfijnde spel van volumes zal geweld worden aangedaan door de sloop en met name de forse nieuwbouw. Van een gaaf bewaard kerkgebouw uit de wederopbouwperiode is door de sloop van circa een kwart van het monument ook zeker geen sprake meer. De plannen vormen een onevenredig zware aantasting onder het mom van restauratie. De vraag is of er na de realisatie van de plannen nog sprake is van een monumentwaardig gebouw.

De door ons bestreden plannen hebben, ondanks een stevige interne discussie, de goedkeuring gekregen van de Commissie voor Welstand en Monumenten. Het besluit van Welstand om mee te werken aan de gedeeltelijke sloop en renovatie van De Ark is echter op onjuiste gronden genomen. Onjuist vinden wij bijvoorbeeld dat Welstand in haar argumentatie de nieuwbouw in de omgeving van de kerk betrekt. Achter de kerk komt woningbouw voor ouderen. Deze vervangt een op deze plek gesloopt verzorgingshuis. Welstand voert aan dat de alzijdige opzet van de kerk in de toekomst zal worden aangetast, doordat hogere woonblokken in de omgeving worden gerealiseerd. Deze toekomstige woonblokken zullen het decor vormen van de kerk, wat een verstoring van het beeld oplevert. Door ter plaatse van de kerk een nieuwbouwgedeelte te plaatsen op een kwalitatief hoogwaardige wijze, zal volgens Welstand een eigen, passende 'achterwand' worden gemaakt voor de kerk. Dit vinden wij een onjuiste redenering. Niet alleen vanwege het feit dat er al jaren hogere woningbouw achter de kerk stond, maar ook vanwege het feit dat dit twee afzonderlijke ontwikkelingen zijn. Ook kan aangevoerd worden dat het nieuwbouwgedeelte op de plek van een deel van de kerk juist als een stoorzender zal werken bij de beleving van het gebouw, en dus niet als een passende achterwand. In de genoemde rapportage van Urban Fabric wordt ook geconstateerd dat de stedenbouwkundige betekenis van De Ark laag is. De stedenbouwkundige betekenis is dan ook geen argument geweest bij de aanwijzing van de kerk tot monument. De in de komende jaren weer te wijzigen stedenbouwkundige setting kan dus ook geen argument zijn voor gedeeltelijke sloop van de kerk. Ook de opmerking over de onderbouw is opmerkelijk. Men schrijft: De vierkante onderbouw heeft, in tegenstelling tot sommige andere kerken, geen religieuze maar louter een functionele betekenis. Hierdoor leidt wijziging van de plattegrond niet tot een onacceptabele aantasting van de monumentale waarden. Deze benadering van Welstand strookt niet met het rapport van Urban Fabric, en lijkt nogal subjectief. Urban Fabric kent aan de multifunctionele onderbouw een typologische waarde toe.

De motivatie van de Welstandscommissie om mee te werken aan de sloop van een deel van het monument is volgens onze organisaties slecht onderbouwd. Geconstateerd moet ook worden dat Welstand met haar advies afwijkt van het advies van Bureau Monumenten en Archeologie van de gemeente Amsterdam (BMA). Het afwijkende advies van BMA is door de Commissie voor Welstand en Monumenten zonder een overtuigende argumentatie terzijde geschoven. In de verdere procedure heeft het afwijkende advies van BMA ook geen rol meer gespeeld. Dat is een onjuiste en ongebruikelijke gang van zaken.

Duidelijk wordt uit het welstandsverslag van 5 oktober 2011 dat het kerkbestuur slechts een deel van de opbrengsten van de sloop-nieuwbouw ten goede laat komen aan het kerkgebouw. Dat roept de vraag op of de huidige plannen noodzakelijk zijn. Een minder ingrijpende vernieuwing is mogelijk denkbaar om de renovatie te bekostigen. Gezien de grote ingrepen in het monument, die bovendien onomkeerbaar zijn, had voor een zorgvuldige belangenafweging in kaart gebracht moeten worden of minder ingrijpende alternatieven, bijvoorbeeld een herbestemming van het overbodige deel van de kerk, ook mogelijk zijn. Dat is niet gedaan. Er zijn alleen verschillende modellen voor woningbouw uitgewerkt. Ook is gedurende de vergunning-verlening door betrokken partijen als bijvoorbeeld de Commissie voor Welstand en Monumenten niet gevraagd of er gekeken is naar een alternatief zonder de gedeeltelijke sloop. Van een zorgvuldige belangenafweging is dan ook geen sprake. Onze verenigingen zijn ook van mening dat er geen goede afweging is gemaakt waarom hier het economisch belang voor het cultuurhistorische belang gaat.

Opmerkelijk vinden wij ook dat de vergunning voor sloop en renovatie is afgegeven terwijl nog allerminst zeker is of de nieuwbouwplannen gerealiseerd zullen worden. Geconstateerd moet worden dat er voor de nieuwbouw nog geen vergunning is en dat er binnen de Protestantse Kerk discussie is over de wenselijkheid van de realisatie van de plannen. Vanwege deze discussie zijn de plannen nog niet aan de buurt gepresenteerd en is de noodzakelijke besluitvorming in de stadsdeelraad over de nieuwbouw uitgesteld. Het kan zo zijn dat de opdrachtgever uiteindelijk afziet van de plannen. In dat geval kan de sloopvergunning ingetrokken worden. Een andere mogelijkheid is dat men de plannen wel door wil zetten, maar de buurt alsnog in verzet komt en/of de stadsdeelraad besluit geen medewerking te verlenen. Dan loopt men echter tegen reeds verleende vergunningen of een al gedeeltelijke sloopte kerk aan, waardoor het democratische proces gefrustreerd wordt. Het is daarom niet correct dat de door ons bestreden vergunning nu al is afgegeven. Men had de vergunning moeten weigeren of aanhouden, in afwachting van de definitieve presentatie aan de buurt en de politiek en de besluitvorming in de stadsdeelraad.

Wij verzoeken u onze bezwaren gegrond te verklaren en de afgegeven vergunning in te trekken.

Namens de besturen van de genoemde organisaties (ProWest, Cuypersgenootschap en Heemschut),

Norman Vervat, gemachtigde

Erfgoedvereniging Heemschut, Commissie Amsterdam
t.a.v. Norman Vervat
Vondellaan 6
1217 RX Hilversum
Dit e-mailadres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.

 

 

Laatst aangepast op dinsdag, 16 april 2013 13:49